Angst

26 februari 2016

Net als iedereen heb ik ook mijn favorieten, zowel op literair als muzikaal gebied. In de roman Het tumult van de tijd komen twee daarvan samen.

Een boek over de Russische componist Dmitri Sjostakovitsj draait onvermijdelijk uit op een boek over angst. En dat heeft de Britse schrijver Julian Barnes dan ook gedaan. Centraal in zijn boek staat een scene waarin hij Sjostakovitsj toont als iemand die met een koffertje naast zich nachten lang bij de lift staat te wachten op de politie, omdat hij zijn gezin de aanblik van zijn arrestatie wil besparen.

Sjostakovitsj had de pech een tijdgenoot van Stalin te zijn. Niet dat hij bang was voor de dictator zelf, het waren meer de consequenties voor hem en zijn gezin die angst inboezemden. Terwijl om hem heen bevriende kunstenaars massaal werden afgevoerd en afgeslacht, was ook Sjostakovitsj ervan overtuigd dat zijn naam op de dodenlijst voorkwam.

Deze episode is te plaatsen in het laatst van de jaren dertig, toen het werk van Sjostakovitsj na jaren van succes en juichende recensies plotseling werd veroordeeld in de Pravda. Critici die zich altijd lovend over zijn werk hadden uitgelaten, krabbelden haastig terug en gaven met poep in de broek toe dat ze zich hadden vergist en het ‘formalisme’ (de algemene term voor alles wat als anti-Sovjet werd gezien) in de opera Lady Macbeth van het district Mtsensk compleet over het hoofd hadden gezien. In de praktijk betekende een dergelijke veroordeling niets minder dan je doodvonnis.

Toch overleefde Sjostakovitsj waar anderen het loodje legden, zij het met een nooit versagende angst. Die onzekerheid tekende zijn leven. Daaruit valt ook te verklaren waarom hij op gezette tijden mee boog met de Macht, al ging dat met nog zoveel tegenzin. Hij werd lid van de partij, veroordeelde in door partijfunctionarissen geschreven verklaringen zelfs de uitgeweken Stravinsky. En dat terwijl hij een groot bewonderaar was van zijn grote collega. Die houding kwam hem op veel kritiek te staan, maar dat nam hij met alle wanhoop die daarbij hoorde, op de koop toe.

Barnes wisselt in dit boek de beschrijving van het componistenleven af met bespiegelingen over bijvoorbeeld het gebruik van ironie, die hij omschrijft als 'vermomming van de waarheid, omdat het oor van de tiran daar zelden op gespitst is.' Ook gaat Barnes uitgebreid in op de betekenis van de kunst: 'Een fluistering van de geschiedenis, die boven het tumult van de tijd uit is te horen.' Vooral die overwegingen van Barnes maken dit boek de moeite van het lezen waard. Als geen ander weet hij verbanden te leggen, te reconstrueren en zo door te dringen tot de kern. Wat het leven van Sjostakovitsj aangaat voegt Barnes weinig toe aan wat we al wisten uit bijvoorbeeld de biografie die Krzysztof Meyer over deze componist schreef.

Inmiddels is Rusland overgeleverd aan de volgende dictator. Met die kenmerkende varkensoogjes van hem ligt Poetin me vanaf de omslag van zijn biografie, geschreven door Steven Lee Myers, al wekenlang aan te gluren. Benieuwd of hij na een concert ook componisten bij zich roept om te wijzen om de compositorische gebreken. Want dat deed Stalin, de Alwetende, bij Dmitri Sjostakovitsj, een van de grootste componisten van zijn eeuw..

Je zou erom kunnen lachen als het niet zo treurig was.