Stel, ik zit in de trein naar Groningen. Vlakbij de wc, altijd handig. Loopt er iemand van zuidelijke oorsprong door het gangpad. Zeult een scheepskoffer achter zich aan. Niet erg praktisch, denk ik waarschijnlijk. Helemaal als ik zie dat hij naar het toilet moet. En probeert die koffer mee te nemen. Wat zou ik doen? Zou ik als Mark Moogalian de man verdenken van iets anders dan hoge nood? En hem aanvallen, zijn Kalasjnikov in beslag nemen? Met gevaar voor mijn eigen, mij nog steeds dierbare hachje?
Voor Pieter van Vollenhoven is dat geen vraag. De politie is nu eenmaal niet overal aanwezig, zegt ie. Dat klopt, er wordt immers gestaakt voor een beter salaris. We moeten zelfredzaam worden, zegt ie erachteraan. Dat klopt ook. En het vervelende is dat de kans op dergelijk ongerief groot is. Nederland gooit bommen op IS en dat is niet vrijblijvend. Vroeg of laat krijgen we hier te maken met aanslagen, daar kun je de klok op gelijkzetten. Het Anne Frankhuis lijkt me een gewild doel, of voor mijn part die zondige Efteling, of gewoon een trein.
Zou ik, mocht ik met een goedkoop Blokkerkaartje in een dergelijke situatie verzeild raken, dan ook ingrijpen? Dat is nog maar de vraag, weet Muriel Hagenaars, universitair docent psychologie, in de Volkskrant te melden. Ze kan het weten, want er staat geruststellend bij dat ze is gespecialiseerd in vecht-, vlucht- en vriesreacties. Vecht, Vlucht, Vries? Zing, Vecht, Huil, Bid zal ze bedoelen. Want daar zal het bij mij wel op uitdraaien. Of ik moet een training volgen. Volgens haar kan dat. Een dergelijke cursus bestaat uit situaties die je je moet inbeelden, een imaginaire training. Mensen die zo’n training hebben gevolgd, ‘bevriezen’ minder snel. Dat bevriezen betekent dat je verstart in bedreigende omstandigheden.
En dat kan dus worden omgebogen. Behalve bij mij, vrees ik. Ik ben nu eenmaal niet van het bijbuigen. Helemaal niet als ik lees dat bevriezen ook voordelen heeft. Het is een natuurlijke reactie om te voorkomen dat je opvalt of, erger nog, agressie oproept. Bovendien ben ik te stom om in te grijpen. Neem nu die man die met z’n scheepskoffer het toilet op wil. Ik zou denken dat ie die koffer niet onbeheerd in de coupé wil achterlaten. Zelfs wanneer de man Allahoe Akbar roept zou ik hem dus in al mijn glorieuze onnozelheid een handje helpen. Ik ben gewoon veel te goed opgevoed en wat erin zit gaat er nooit meer uit. Of zou daar ook een cursus voor zijn?