En dan blijkt er toch nog een oplossing te zijn voor het broeikaseffect te zijn. Is dat niet geweldig? Ik heb het natuurlijk over de Koude Oorlog. Helemaal terug van weggeweest, inclusief de dreiging die er bijhoort. Oude stellingen worden ingenomen, Nederland koopt als de wiedeweerga z’n tanks terug, de Starfighter wordt uit de mottenballen gehaald, schuttersputjes worden gegraven, de bunkers bij de Afsluitdijk van noodrantsoenen voorzien. En de vijand? Nog steeds die goeie ouwe Russen, oftewel het Rode Gevaar.
Ik bewaar warme herinneringen aan die Koude Oorlog, vandaar mijn enthousiasme. De terugkeer van dit fenomeen schiep in de vorige eeuw duidelijkheid, bijvoorbeeld voor onze armee. Niks geen waterige vredesmissies, gewoon een echte vijand van wie je zowel locatie als bedoeling kende, een vijand om op te schieten.
Over schieten gesproken. In het begin van de jaren zeventig werd ik net als zoveel anderen opgeroepen voor militaire dienst. Dat was een fikse tegenvaller, ook al omdat ik net vijf centimeter te kort was om afgekeurd te worden. Eén of twee centimeter was nog wel te overbruggen door een paar maanden aan een rekstok te hangen, wist ik van een vriend die op deze manier aan de dienstplicht was ontkomen.
Tijdens de keuring werd ik meteen vastgepind op een officiersfunctie, dit vanwege mijn uitstekend gemaakte proefdictee, zoals de klojo van dienst mij opgewekt meldde. Bovendien had de man leidinggevende eigenschappen in mijn profiel ontdekt, reden te meer van mij een echte officier te maken. Maar dat wilde ik niet, het weigeren zat me ook toen al in het bloed. De reden was simpel: als officier moest je vier hele maanden langer in dienst en daar had ik geen zin in. Afgestudeerd als schoolmeester en dan wat zinloos over de hei kruipen, belachelijk. Tevreden over mijn alles verschroeiende inzicht stapte ik in de bus met lotgenoten. Triomfantelijk vertelde ik hoe ik dit varkentje had gewassen. Hoongelach was mijn deel toen ik vertelde dat ik onderofficier was geworden. Of ik niet wist dat een sergeant óók achttien maanden onder de wapenen moest…
(Volgende week hoor je alles over mijn schietkunst)