Zeitoun

Zeitoun
29 januari 2016

Je hebt rampen en je hebt overheden. Die twee kunnen samenvallen, als je tenminste leest wat Dave Eggers hierover schrijft in zijn boek Zeitoun (2009), een boeiend verteld relaas waarvan ik bepaald niet vrolijk werd.

Het boek gaat over de orkaan Katrina die in 2005 meer dan drieduizend slachtoffers maakte en een schade van 153 miljard dollar veroorzaakte. Dave Eggers vertelt de geschiedenis van Abdulrahman Zeitoun, een 47-jarige Amerikaan met een Syrische achtergrond. Geen fictie, het is helaas allemaal waargebeurd. Zeitoun had een schildersbedrijf en verhuurde een aantal panden in New Orleans. Toen duidelijk werd dat er een alles verwoestende orkaan op de stad afstevende, stapten Zeitoun’s vrouw en kinderen in de auto om een veilig heenkomen te zoeken. Zeitoun zelf besloot net als veel anderen te blijven om een oogje in het zeil te houden.

Hij overleefde de storm door zich te verschansen in zijn huis. Net toen hij dacht dat het allemaal goed te doen was geweest, volgde de overstroming. Gelukkig had hij een kano, die nu goed van pas kwam. Al peddelend hielp hij waar mogelijk, voerde de honden van de buurt en hielp degenen die waren achtergebleven, meestal hulpbehoevende ouderen die niet weg konden komen. De surrealistische sfeer van die eerste dagen wordt prachtig beschreven.

Het had allemaal goed kunnen aflopen, ware het niet dat de overheid ingreep. Er bestond immers zoiets als een rampenplan. Burgers in nood een helpende hand toesteken, daar is de overheid voor, nietwaar? Normaal gesproken wel, maar niet in Amerika. De overheid had namelijk maar over een ding echt goed nagedacht, en dat was het bestrijden van mogelijk terrorisme, de rest was bijzaak. Het plegen van aanslagen tijdens een ramp werd onwaarschijnlijk geacht, maar de nasleep zou een ideale mogelijkheid bieden tot het plegen van een aanslag, zoals iedereen weet.

Concreet betekende het dat, terwijl de bevolking verdronk, er helicopters met bouwmateriaal af en aan vlogen om in de stad een noodgevangenis op te zetten. Ook de Nationale Garde, veelal bestaand uit gefrustreerde veteranen die waren getraind op het herkennen van ‘terroristen’, werd massaal ingevlogen. Voor Zeitoun betekende het dat hij, samen met wat vrienden die ook in zijn huis bivakkeerden, werd overvallen door een stelletje robots, puur op grond van zijn Arabische uiterlijk en ‘verdacht gedrag’. Wat volgde was een regelrechte nachtmerrie. Hij kwam terecht in een Guantánamo-achtige kooi en werd beroofd van elk denkbaar burgerrecht. Zelfs zijn vrouw bellen mocht niet.

Pas na weken werd hij zonder excuus weer vrijgelaten, opgezadeld met een trauma dat hij nooit meer kwijt zal raken. Als een gebroken man ging hij maar weer aan de slag, maar opnieuw was daar de overheid. Hij kreeg namelijk een caravan voor de deur. Om in te wonen. Helaas op slot en geen sleutels …

Naar aanleiding van dit horrorverhaal over paranoia na Nine-Eleven heeft Dave Eggers de Zeitoun Foundation opgericht, die met de opbrengst van dit boek activiteiten financiert om het respect voor mensenrechten in Amerika te bevorderen. Je hoeft maar een debat tussen Republikeinse presidentskandidaten te zien om te weten dat die stichting nog veel werk te verzetten heeft. Ook in Europa kunnen we er trouwens wat van: bagagemedewerkers op het vliegveld van Genève werden ontslagen op grond van hun Arabische achternaam. En mocht je nu nóg niet overtuigd zijn, lees dan het verwoestend mooie Zeitoun van Dave Eggers!