Een vader lijdt ten opzichte van zijn zoon de ultieme nederlaag wanneer hij sterft, aldus de Amerikaanse schrijver Jonathan Franzen. Het zou het perfecte motto kunnen zijn voor de roman ‘Vader’ van de Noorse schrijver Karl Ove Knausgård, een familiegeschiedenis die is toegespitst op de verhouding tussen vader en zoon. Het boek begint met een uitgebreide en boeiende beschrijving van de processen die zich in een lichaam voltrekken wanneer iemand is gestorven. Later blijkt deze ietwat lugubere inleiding alles te maken te hebben met het overlijden van zijn vader, een gewelddadig heerschap voor wie Knausgård als kind, maar ook later nog, een diepgewortelde angst koesterde.
De grote verhaallijn wordt afgewisseld met beschouwingen over het schrijverschap van de auteur en de moeizame totstandkoming van zijn debuut, terwijl ook de adolescentie niet wordt overgeslagen. Vooral de vraag hoe je als puber buiten je ouders om een tas met flesjes bier op een feestje krijgt en alle perikelen die met een dergelijke actie gepaard gaan, levert een vermakelijk inzicht op in de onrust van de puberteit. Daarnaast heeft Knausgård een deel van het boek gereserveerd voor zijn eigen ervaring als vader en de ontregelende werking van kinderen op zijn gemoedsrust. Dat levert een aantal hilarische momenten op in een boek dat voor de rest draait om de vader die in zijn laatste jaren terugkeerde bij zijn moeder en zich daar dooddronk, waarna de schrijver samen met zijn broer het huis van oma, een ware Augiasstal, opruimt.
Opvallend in dit boek zijn de uitgebreide beschrijvingen van het landschap en de manier waarop het licht dat beeld beïnvloedt. Ook alle handelingen, van het zetten van koffie tot het opsteken van een sigaret, worden minutieus beschreven, net alsof de schrijver op die manier grip probeert te krijgen op de werkelijkheid. Soms zijn die beschrijvingen wel eens een beetje te veel van het goede, waardoor je als lezer dergelijke fragmenten als bladvulling gaat zien.
Aan de andere kant laat de schrijver ook een belangrijk aspect van de manier waarop zijn vader hem opvoedde, weg. De fysieke mishandeling van de vader komt maar een keer en dan ook nog terloops ter sprake, voor de rest mag je die verhouding zelf invullen. In feite geeft dit boek inzicht in de basisbehoefte van een zoon om gerespecteerd te worden door zijn vader. Al met al is dit boek (deel van een serie) een boeiend verslag geworden van een rampzalige vader-zoonrelatie, die beschreven wordt op een manier die je niet vaak zo tegenkomt.