Later word ik...

12 december 2014

Kinderen kunnen er eindeloos en vooral zonder remmingen over fantaseren. Vraag een kind wat het later wil worden, en het zal zonder omwegen aan komen zetten met beroepen als fotomodel, advocaat, profvoetballer, dierenarts en wat al niet meer in ze opkomt.

Maar stel dat je kind of kleinkind een minder voor de hand liggende voorkeur heeft? Bijvoorbeeld een beroep waarbij je minstens wordt gezien als randdebiel; iemand die geen gram respect verdient en bij het minste of geringste wordt uitgemaakt voor gore klootzak, potentaat, uitvreter, profiteur of lid van de maffia; een beroep waarvoor je maar matig betaald krijgt terwijl je dag en vooral nacht klaar moet staan voor je doelgroepen; waarbij je gangen door media meer dan kritisch worden gevolgd, tot aan je privéleven toe; waar je met verborgen camera’s wordt belaagd en vervolgens tot je enkels afgebrand als het even kan, terwijl je er niet van moet opkijken als na de zoveelste bak derrie op de sociale media door allerlei lieden die het even niet met je eens zijn je ramen zijn dicht gekliederd of erger; waarbij je zelfs de kans loopt met de dood te worden bedreigd, tja, hoe zou je als liefhebbende ouder dan reageren?

Moet je dan aangeven dat het openbaar bestuur – want daar gaat het hier over – op zich best wel nuttig is, maar dat er toch echt betere kansen zijn op geluk & voorspoed? Of steun je je kind omdat het blijkbaar iets wil betekenen voor de samenleving, ondanks alle nadelen die bij de koop inbegrepen zijn?

Eerlijk gezegd verbaas ik me erover dat er nog steeds mensen bereid zijn verantwoordelijkheid te nemen. Ga er maar aanstaan, het is niet niks als je zoveel tijd wilt investeren in het algemeen belang. Intussen is het zorgwekkend dat het inmiddels zo gewoon is geworden: de kritiek, het gescheld, de bedreigingen in woord en beeld door mensen die het weliswaar beter zeggen te weten of zogenaamd de kritische media uithangen, maar wegduiken zodra een beroep op hun eigen verantwoordelijkheid wordt gedaan. Natuurlijk mag en moet er een kritische houding zijn naar welke vorm van bestuur ook, maar middelen en toon werken door alle digitale incontinentie van deze tijd juist averechts: partijen hebben moeite geschikte kandidaten aan te trekken, waardoor de kwaliteit van het openbaar bestuur kans loopt steeds verder achteruit te kachelen.

Is er een oplossing? Ik denk het wel. Onlangs vroeg staatssecretaris Dekker om mee te denken over de toekomst van ons onderwijs. Meer aandacht voor sociale omgangsvormen, zou ik zeggen. Te beginnen met zelfbeheersing en een duidelijk lesdoel: tel eerst maar eens tot tien.