Op het Fryske Boekenfeest hoorde ik zo tegen elven achter me iemand ‘Hé, Mister Mind Games’ roepen. Ik draaide me om en warempel, mijn fan uit België, want die heb ik. Omdat hij dacht dat ik hem vergeten was, lepelde hij mijn complete oeuvre nog maar eens op, en dat was dan inclusief mijn eboeken. Hij heeft ze ook allemaal gelezen, in het Frysk, welteverstaan, want meneer X, laat ik hem zo maar noemen, is behept met een talenknobbel. Op mijn vraag in hoeveel talen hij las, kwam hij op zijn vingers tellend tot een kleine tien. ‘Japans zal moeilijk gaan,’ zei hij peinzend, ‘het is al even geleden dat ik in die taal een boek las. En Russisch zal me ook niet meer meevallen, maar voor de rest gaat het nog prima!’
Ik heb wel vaker zulke enthousiaste lezers ontmoet. Zo kwam ik in Amsterdam eens een Utrechter tegen die zichzelf ook Fries had geleerd en en passant mijn boeken had gelezen.
Toch is er altijd baas boven baas. Toen ik in 2008 werd uitgenodigd om op een literair festival in Litouwen op te treden, trof ik daar een professor Oude Talen uit Vilnius. Hij vertelde me van zijn gewoonte om elke keer wanneer hij een lezing in het buitenland moest geven, eerst de taal van het desbetreffende land te leren. Ik vroeg hem of hij daar dan de tijd wel voor had. ‘O ja hoor, een taal leren is niet erg moeilijk. Drie, vier dagen en ik spreek de taal vloeiend.’
Nu zaten we in een café en ik nuttigde een voor mij onbekend, maar zeer sterk gestookt drankje. Vandaar dat ik de volgende dag zijn verhaal voorlegde aan een collega van hem. Maar die bevestigde wat ‘Herr Professor’ had verteld zonder met de ogen te knipperen.
Intussen had heer X alweer afscheid van me genomen. Ik zag hem nog net verdwijnen naar de benedenverdieping, vast en zeker op zoek naar de volgende Friese schrijver van wie hij alles heeft gelezen…