Toen we naar de stad gingen, hadden we nog geen flauw idee wat ons te wachten stond. Het zonnetje scheen, de temperatuur was mild, het humeur prima. We parkeerden op de kade, niet te ver van het centrum. Eigenlijk hadden we maar twee dingen op het lijstje staan: een rood lint en een overhemd. Meer niet. Het lint was snel gekocht en omdat we er toch waren deden we er nog maar een rood gaas bij voor op de feesthoed. Die extra aanschaf had al een waarschuwing moeten zijn, maar nee, geen rinkelende belletjes gehoord. Toen op naar een kledingzaak. Ook het verlangde overhemd werd snel gevonden, mede dankzij een behulpzame verkoper. We kregen pas het gevoel in een flow te zitten toe we spontaan nog een poloshirt aanschaften en als klap op de vuurpijl een overhemd met korte mouwen.
Daar staan we dan, buiten de zaak, een tas vol niet geplande aankopen rijker. Daar, in het stralende zonnetje, dringt het opeens tot ons door wat er eigenlijk is gebeurd: we hebben een spontane aankoop gedaan! Zou het dan toch zo zijn? Ach natuurlijk, het heeft immers in de krant gestaan: ons consumentenvertrouwen is gestegen! Van min-31 naar min-25, voor experts onbegrijpelijk gezien de oplopende werkloosheid, maar niet voor ons!
Met een nieuwe blik kijken we om ons heen. Nu zien we meer mensen, die net als wij een beetje beduusd naar hun eigen tasjes staren, blikken vol ongeloof, een lach, we knikken naar elkaar, schateren het uit, een onbekende geeft me een high-five, het is er weer, iets wat we niet meer hadden verwacht, de wave wordt ingezet, hier en daar ontstaat spontaan een flash-mob, het Koningslied wordt aangeheven: daar is het al, de dag die we dachten dat nooit meer zou komen, we zullen elkaar veilig houden, elkaar behoeden voor storm en regen, er wordt gelachen, gehuild, er is een grens overschreden, het mag weer, het kán weer.
We duiken een boekenzaak in, daarna schaffen we geheel overstuur drie cd’s aan bij de Kringloop, en nóg gaan we niet naar huis. Een nieuw idee: we willen iets drinken, kóffie, echte koffie. Op een terras, een écht terras. Eindelijk, de tijd van tulpenbollen en cichorei is voorgoed voorbij. Onderweg naar huis zien we dat straten worden hersteld, huizen al verkocht zijn, overal ontwaren we de vaardige hand van Mark Rutte, de onderkoning en beroepsoptimist die ons hiertoe heeft opgeroepen. Ook ons eigen huis ziet er plotseling anders uit. We kijken elkaar aan en knikken, we zullen doen wat we allang van plan waren, maar nooit hebben aangedurfd, we gaan het in de verkoop gooien om een fijn appartement aan het water te kunnen kopen. Of nee, waarom gedraald, waarom gewacht tot ons oude huis is verkocht, we kunnen net zo goed meteen de markt op. Nee, geen vaste prijs, laten we eens gek doen en het aanbieden Tegen Elk Aannemelijk Bod. Een beetje risico moet kunnen. Vindt Mark Rutte. En wij dus ook. Voortaan duiken we van de hoge zonder te kijken of het bassin wel gevuld is, we steken lukraak over, fietsen op de snelweg, Onze Grote Leider toejuichend op gepaste, Noord-Koreaanse wijze en natuurlijk met de woorden van het onvolprezen Koningslied: Kom op, kom op, we kopen erop los!