Het kabinet Rutte heeft besloten het aantal provincies drastisch te beperken. Protesten waren er, behalve in Friesland en Brabant, nauwelijks, hoogstens enige scepsis. Net als elders. Zo schijnt voor de superprovincie Flevoland, Noord-Holland en Utrecht onder critici momenteel de naam ‘Flutland’ te circuleren, maar daar bleef het bij. Zoals gezegd, in de provincie Friesland werd wel even tegengesputterd, maar daar zal het, is mijn voorspelling, wel bij blijven. De reden is simpel: niemand kan goed aantonen waartoe een provincie eigenlijk dient. Wegen aanleggen, vuil verbranden, het kan allemaal net zo goed door grotere gemeenten worden geregeld. Want daar zit de echte bedreiging voor het voortbestaan van de provincie: hoe groter en machtiger gemeenten worden, des te meer verzwakt de positie van de provincie. Daarom dit advies voor de tegenstanders van grotere landsdelen: voorkom de samenvoeging van gemeenten, daarmee bewijs je het voortbestaan van je provincie een grote dienst.
Of het werkelijk zal helpen, blijft natuurlijk de vraag. Daarom lijkt het me een goed idee alvast namen voor de nieuw te ontwerpen landsdelen te bedenken. Daarbij heb ik ‘Flutland’ als uitgangspunt gekozen. Het landsdeel met de meeste kinderen zou dan ‘Grutland’ kunnen heten, het deel met de meeste vergrijzing wordt ‘Vutland’ en het deel met de minst geringe innovatiedrang ‘Dutland’. Voor Nederland als geheel is het niet moeilijk een nieuwe bij de landsdelen passende verzamelnaam te bedenken, die is er namelijk al. Een groot deel van onze landgenoten heeft het woord Nederland immers allang vervangen door ‘Kutland’, waarmee de topografische cirkel voor minstens een eeuwtje of drie rond is.
En Friesland? Maak er gewoon één gemeente van. Identiteit gered, iedereen weer blij.