De harde cijfers

30 januari 2015

Over e-boeken wordt heel wat gezegd. Waar de een denkt dat het niks wordt met die rare manier van lezen, daar worden de enen en de nullen door de ander van harte toegejuicht. Een ding hebben reacties vaak gemeen: ze zijn gebaseerd op nattevingerwerk: ‘Ik ken niemand met een e-reader’.

Daarom lijkt het me niet verkeerd eens wat harde cijfers op een rijtje te zetten, want die zijn er.

Het Centraal Boekhuis aan het woord over 2014:

- 4,7% van het totaal bestaat uit e-boeken;
- Dat zijn er zo’n 7 miljoen (In 2009 waren het er 100000);
-Bij de online-verkopen bedraagt het percentage 26%;
-Bijna driekwart van de e-boekverkoop bestaat uit literaire fictie algemeen;
-DRM heeft als beveiliging zo goed als afgedaan;
-Het uitlenen van e-boeken begint serieuze vormen aan te nemen;
-Er zijn inmiddels zo’n 35000 titels leverbaar;
-In Nederland zijn 1,3 miljoen e-readers en 7,4 miljoen tablets in omloop;

In vergelijking met 2013 zijn de verkopen van e-boeken met 22% gestegen, de verkoop van het papieren boek bleef verder dalen.

De conclusie is dat de verkoop van het e-boek onverminderd in de lift zit en de gestage stijging van de afgelopen jaren lijkt door te zetten. Dat het percentage e-boeken groter is bij de online-verkopen lijkt me logisch, het is de enige manier om een e-boek aan te schaffen. Daarbij blijft het papieren boek natuurlijk alom aanwezig. Veel lezers combineren beide manieren van lezen en dat blijft ook nog wel even zo, denk ik.

Geven deze cijfers nu een betrouwbaar beeld waar het gaat om het lezen van e-boeken? Niet helemaal. In werkelijkheid wordt er namelijk veel meer gelezen. En dat heeft dan weer te maken met het idee dat digitale content gratis moet zijn. Oftewel, er worden heel wat illegaal gedownloade boeken gelezen en die zijn niet in het overzicht van het Centraal Boekhuis opgenomen.

Dat DRM als beveiliging heeft afgedaan is goed nieuws. Zelf verkoop ik mijn boeken zonder beveiliging, waardoor de lezer nergens last van heeft, ook als hij/zij het boek bijvoorbeeld op een andere leesapparaat wil overzetten. Het watermerk is ervoor in de plaats gekomen, in ieder geval een verbetering.

Voor het eerst duikt nu ook de uitlening van e-boeken op. Bibliotheken zijn hiermee serieus van start gegaan, een ontwikkeling die in de statistieken duidelijk valt waar te nemen. Bijkomend voordeel is de duidelijke handleiding die bibliotheken aanleveren, wat de overstap naar digitaal vergemakkelijkt. Ik denk dan ook, om maar eens een open te deur in te trappen, dat het digitale boek veel terrein zal winnen door deze aanpak. Want wat is er gemakkelijker dan even een boek downloaden van je eigen bibliotheek? Geen gewacht, meteen en altijd beschikbaar. Ook hoef je er niet op te letten wanneer je het boek moet inleveren, dat doet het boek zelf wel door na drie weken onleesbaar te worden. Of je moet de beveiliging eraf halen, kun je er wat langer over doen.

Voor het hele overzicht kun je terecht bij het Centraal Boekhuis.

En het Friese boek? Daar blijft het aanbod beperkt, iets waarover ik me zo langzamerhand toch begin te verbazen. Terwijl de meeste nederlandstalige boeken nu ook als e-boek beschikbaar zijn, hobbelt het Friese boek wat achter de feiten aan. Natuurlijk weet ik ook wel dat de oplagen klein zijn, maar zo duur is het nou ook weer niet om naast een papieren uitgave een digitale versie te maken.

Dus huppetee útjouwers, mei de tiid mei en net sa benaud!