Een schrijver kan het, zoals ik schreef in mijn vorige blog, helemaal maken mits de marketing op orde is. Op die manier kunnen zelfs mindere goden (E.L James met haar tig tinten grijs) het schoppen tot lettermiljonair. Aan de andere kant van het spectrum heb je dan uitstekende schrijvers die ondanks alle goede bedoelingen tot de bedelstaf blijven veroordeeld.
Zo’n schrijver is Wilhelm Genazino. Nooit van gehoord? Kan ik me iets bij voorstellen. Deze met vele prijzen bekroonde Duitse schrijver (1943) is hier om duistere redenen redelijk onbekend gebleven.
Voor mij was ‘Liefdeskolder’ het tweede boek dat ik van hem las. Het eerste was ‘Een paraplu voor het leven’, waarin de hoofdpersoon de kost verdient als proefloper van luxe herenschoenen en zich al observerend door de stad beweegt. In ‘Liefdeskolder’ is de hoofdpersoon geen proefloper, maar apocalypticus. Hij verdient de kost door voor groepen bejaarden lezingen over de ondergang van de moderne maatschappij te houden, maar het boek gaat vooral over zijn gespletenheid waar het gaat om de vrouwen in zijn leven. Hij heeft er namelijk twee, Sandra en Judith, vrouwen die overigens niets van elkaars bestaan weten. In toenemende mate worstelend met allerlei lichamelijke ongemakken wordt het voor hem steeds moeilijker zijn stereofonische liefdesleven vol te houden.
‘Liefdeskolder’ blinkt, net als ‘’Een paraplu voor het leven’ uit in intelligente observaties, die onder woorden worden gebracht in een directe stijl die een beetje doet denken aan James Joyces ‘Ulysses’, waar de fameuze Leopold Bloom zich op dezelfde manier al redenerend en becommentariërend door het leven beweegt. Een gezonde dosis zwarte humor gekoppeld aan een fikse portie ironie zorgen voor een paar onderhoudende leesuurtjes, zeker voor de lezer die houdt van het literaire genre.