Aan de Wereldkampioenschappen Schaatsen in 1970 te Oslo deed Dag Fornaess mee, een geduchte 1500 meterspecialist. Loze informatie die ik lees op een uitgeknipte invulpagina die ik heb bewaard en waarop ik het hele kampioenschap heb vastgelegd, inclusief de puntentotalen. Genieten van topsport was vroeger nog zo vanzelfsprekend.
Doping? Nooit van gehoord. Alleen bij Jan Bols vermoedden we een milde vorm van drankgebruik, maar dat was vanwege die rare naam. Drugs dan? Jazeker, de sixties weet je wel. Maar hielpen die bij sportprestaties? Dat zagen we niet gebeuren, helemaal niet toen Paul van Vliet zijn Brammetje uit de commune neerzette. Inmiddels weten we beter, elk stofje lijkt geschikt om het arme lijf een boost te geven. Zelfs het veilig wijzen naar buitenlanders kan niet meer sinds Michael Boogerd met zijn blozende Hollandsche konen bekende ook te zijn aangedreven door iets anders dan de Witte Motor.
Nu steeds weer blijkt dat tobsport en dopinggebruik heel gezellig met elkaar omgaan, neemt de belangstelling snel af. Ook haakt de ene na de andere sportstad af (deze week Hamburg nog) als het om het organiseren van een groot sportevenement gaat. En zelf ben ik er ook wel een beetje klaar mee.
Want de sportwereld lijkt niet echt genegen paal en perk te stellen aan bedriegers. Aanwijzingen voor doping, de bloedwaarden, worden veel te vaak lekker onder de pet gehouden omdat ze geen doorslaggevend bewijs zouden vormen. Ik vraag me af of het niet beter is die waarden meteen bekend te maken. En dan het liefst met een kleurengradatie. Rood staat voor zeer verdacht, groen voor een normale waarde.
Hebben eerlijke sporters en sponsoren, maar zeker ook wij als publiek, daar geen recht op? Projecteer bij de huldigingsceremonie de kleur van de bloedwaarde achter de naam van de betreffende atleet en we weten meteen hoe de vlag er werkelijk bij hangt en hoe hartstochtelijk je het volkslied moet meebrullen.
En Dag Fornaess? Voor hem steek ik m’n hand nog wel in het vuur. Hij moest het afleggen op de schaatsmijl en werd vierde. Wie er wonnen? Ard en Keessie natuurlijk!
(Op 4 augustus in verkorte vorm geplaatst in de Volkskrant)