Marsmannetjes

21 februari 2014

In het programma NTR Academie mochten we onlangs aan de hand van een nanoprofessor iets vernemen over de nabije toekomst. Want die is glorieus, als we deze stralende meneer mogen geloven. Binnenkort is het mogelijk een paar duizend nanorobotjes in de bloedbaan te spuiten om intern en pijnloos allerhande nuttige werkzaamheden te verrichten. Daarnaast is er een pil op komst die je kunt inslikken, waarna het ding als een waar duikbootje door je darmen vaart om vast te stellen of er iets van kanker te bespeuren valt. De professor vertelde er minzaam glimlachend bij dat er ook medicijnen mee konden: opsporing en genezing in een. Op deze manier kunnen we gemakkelijk de honderd halen, verzekerde een andere studiemeneer ons elders op de buis.

Bij zulk geneuzel word ik altijd een beetje wantrouwend. Ze zijn me net iets te zelfverzekerd, die professortjes. Ze zien er ook altijd zo gezond uit tussen al die smetteloze apparatuur in al die vacuüm gezogen laboratoria. Misschien komt het door mijn leeftijd. Naast de beschikking over meer vroeger dan mijn vader ooit had kan ik me ook beroepen op een prima geheugen. En in dat geheugen kan ik ze zo oproepen, de professoren van veertig jaar geleden, die net zo zelfverzekerd verkondigden dat kanker ‘over twintig jaar’ niet veel meer zou voorstellen dat een lichte verkoudheid, te genezen met een simpel kuurtje. We weten maar al te goed wat er terecht is gekomen van al die praatjes: eigenlijk niets, zeker niet als dierbaren je ontvallen door nog steeds niet te genezen kwalen.

Daarnaast hebben we tegenwoordig wel wat anders aan het hoofd. Want hoe komt het in de nabije toekomst met iets simpels als de zorg? Sinds gemeentebestuurders eerst elke ochtend de tuin inlopen om te kijken wat de overheid nu weer aan zorg over de gemeentelijks schutting heeft gekieperd, ben ik er helemaal niet gerust op. Want de gemeente ken ik vooral van de gemeentemannen die in oranje hesjes leuke meiden nafluiten. Wie gaat, als ik totaal hulpbehoevend ben geworden, mij elke dag voorzien van een schone incontinentieluier? Iemand van de plantsoenendienst?

Misschien is het toch niet zo’n gek idee me op te geven voor een enkele reis richting Mars. Geen vervuilde lucht, want dat is daar niet. Geen milieuproblemen, is daar ook niet. Je hoeft er niets te doen, want er is daar niets te doen. En als er wél iets moet gebeuren heb je daar Marsmannetjes die je liefdevol verzorgen. Zeggen ze. En sinds ik moet geloven dat de gemeente mij zal gaan verzorgen terwijl nanorobotjes mijn bestaan van binnenuit draaglijk zullen maken, geloof ik dát ook.