Het lied van de ibis (2006)

Obi Okere is een Nigeriaanse kunstenaar die op uitnodiging van galeriehoudster Anne Hartogh naar Nederland komt om hier op een scheepswerf te werken aan een grote tentoonstelling. Algauw sluit hij vriendschap met Eva Leijn, een meisje met het syndroom van Down dat in de buurt van de werf woont. Okeres aanwezigheid roept niet alleen instemming, maar ook weerstand op, al helemaal nadat Eva op mysterieuze wijze is verdronken.

Het lied van de ibis laat zich lezen als een spannende roman, maar ook als de kroniek van een stad aan het eind van de twintigste eeuw, waar haat en hoop, liefde en eigenbelang in elkaar verstrikt raken. Tegelijkertijd is het een lyrische vertelling over een kunstenaar die probeert te overleven in twee werelden. Wat speelde zich af in het zuiden van Nigeria, waar hij werd grootgebracht in een decor van oliewinning, bijgeloof en strijd om macht en geld?

Recensies

Leeuwarder Courant: ‘Dit is ongetwijfeld een belangrijke, actuele roman, die geen moment verveelt: een Friese stadskroniek, maar ook een somber beeld van het huidige West-Europa.’

World Literature Today: ‘For Tiemersma in this novel emerges as an ambitious writer who is not content to repeat the formula for past success.’

Beschikbaarheid (Leaver de Frysktalige ferzje? Sjoch fierderop yn dizze bibliografy)

Het lied van de ibis

Preview

Aan het eind van het Noord sloeg hij linksaf, in de richting van een supermarkt waar iets onduidelijks werd gevierd. Een clown wenkte opgetogen naar voorbijgangers en deelde waardebonnen uit. Okere had honger, nam een fel oranje papiertje aan en liep de zaak binnen. Slingers en vlaggetjes verkondigden samen met het opgedirkte personeel grote blijdschap. Okere sloot aan bij een groepje feestgenoten en wilde na enig wachten een pakketje met onbekende inhoud in ontvangst nemen.
‘Dat kan niet,’ wees een meisje, ‘u moet eerst iets kopen!’
Okere schudde niet-begrijpend het hoofd.
‘Desnoods het kassakoopje!’
Meteen knoopte hij het zo vrolijk klinkende woord in zijn oren.
‘Kássakoepzje?’
Het meisje gesticuleerde, de vriendelijke uitstraling brokkelde af en ze schakelde over op de indianentaal uit de strips van haar broertje.
‘Eerst kopen, dan geschenk, NIET EERDER!’
‘Ugh!’ grinnikte de clown bij de koffieautomaat. Vragend keek Okere van de een naar de ander. Er vormde zich een rij, het meisje durfde niet verder aan te dringen. Zuchtend duwde ze Okere een pakketje in de handen, prikte zijn bon op een spies en hervond haar vriendelijkheid bij de volgende klant, die, merkbaar ontevreden over de gang van zaken, zijn gevoelens deelde met zoveel mogelijk medestanders.
‘Zo komt het dat al die buitenlanders naar Nederland komen, ze krijgen alles gratis terwijl wij ons aan de regels moeten houden,’ dreinde hij.
Opnieuw maakte Okere gebruik van zijn beperkte woordenschat, liep naar buiten zonder verder iets te kopen en zocht een stoeprand om het geschenk uit te pakken en zijn pijnlijke voeten te ontlasten. Een puzzel met schuifletters toonde de naam van het gulle familiebedrijf; een lolly en een mini-zakje chips maakten de gift aan de mensheid compleet. De clown observeerde hem, lachte een rode lach, maakte een verontschuldigend gebaar door zijn schouders op te trekken, zette de te hete koffie in het kozijn en spurtte op een volgende potentiële klant af. Langzaam at Okere de chips op en stopte de lolly met het plastic puzzeltje in zijn rugzak.